Een lichtflits, gedonder
het voorhangsel scheurt
mensen die vluchten
wat is er gebeurd?
De graven barsten open
de dood gaat op de vlucht
een zonnestraal doorklieft het duister
een vredesduif op zijn vlucht.
Jezus is verschenen
in een stralend wit gewaad
de vrouwen vallen op de grond
is Hij het werkelijk die voor hen staat?
Dood waar is je prikkel
duister waar is je macht
Jezus is opgestaan , Hij leeft
Hij overwon de donkerste nacht.
HIJ MAAKT ALLE DINGEN NIEUW (Pasen)
Hij maakt alle dingen nieuw
het oude is voorbijgegaan
het goede blijft behouden
het kwaad zal niet meer bestaan.
Geen traan zal nog je blik vertroebelen
geen graf, geen dood en ook geen leed
want het is Pasen, een nieuwe morgen
Jezus Christus leeft.
Ook daarin mogen wij Hem volgen
met Hem sterven, maar ook opstaan uit het graf
want Jezus heeft de dood overwonnen
geef niet op, het is bijna dag…!
NOG STEEDS…
Nog steeds vloeit Uw bloed
voor een wereld in nood
uw wonden zijn nog niet genezen
Uw Liefde voor ons is zo oneindig groot.
Nog steeds wordt Uw zij doorstoken
iedere kreet om hulp doet U zo’n pijn
U wilt onze lasten dragen
en zelf de minste zijn.
Nog steeds wordt U gekruisigd
Uw lijden duurt nog voort
tot de laatste mens op aarde
van Uw Liefde heeft gehoord.
DE DOOD
De dood is zo ongrijpbaar
trekt je aan en stoot je af
het is een afscheid nemen
je staat aan een gedolven graf.
Het vertelt ook van een toekomst
van verwachting en van hoop
van heel zeker mogen weten
Jezus blijft bij mij, dwars door de dood.
Hij geeft je eeuwig leven
wonderschoon en vol van vrede
je hoeft niet bang te zijn
ook jou wil Hij dit geven
ZO KOSTBAAR
Uw ogen zagen zijn vormeloos bestaan
o Heer, waarom is het misgegaan?
In de moederschoot werd hij geweven
waar is nu Uw levensgeest gebleven?
U nam nog voor U had gegeven
een leventje dat niet eens mocht leven
Toch al zo kostbaar in Uw ogen
dàt Heer wil ik alleen geloven.
Voor U is dit leven zoveel waard
U zal het voleinden
ook al heb ik het nooit gebaard.
‘k Mag van dit kindje blijven houden
help me Heer, U te vertrouwen…
(zie ook Gedichtenkaarte Overlijden)
ZO ZIEK
Zo zwak en ziek
zo stil en oud
zo moe en mager
zo vreemd, zo vertrouwd.
Zo heel dicht bij
toch zo alleen
zijn hand in de mijne
nergens heen.
Een doorgroefd gezicht
met veel verdriet
ik wil hem bereiken,
maar kan het niet.
Al een beetje op weg
naar zijn Heiland, zijn Heer
ontvang hem Heer Jezus,
hij kan niet meer…..
WANHOOPSDAAD
Als een donderslag bij heldere hemel
als een bliksemschicht
die de lucht doorklieft
zo voel ik plots
God zijn verdriet
over dit leven
door Hem gegeven
nu genomen
tot een eind gekomen…
Wie kende zij gedachten?
wie weet van zijn angstige nachten?
wie zag de wanhoop achter dat gesloten gezicht?
hoe lang heeft Hij gezocht en niet gevonden?
met wie voelde Hij zich nog verbonden?
Wat ging vooraf aan die wanhoopsdaad
naar wie heeft hij gevraagd?
wie hoorde die schreeuw om hulp die niet kwam?
wie is het die hem zijn leven ontnam?
O God, vergeef hem
’t is Uw kind
zorg dat hij nu
echte vrede vindt.
DE ENIGE TROOST
Te diep, te veel, te erg, te wreed
niet te peilen, zo veel leed
zo veel pijn, zo veel verdriet
zo veel tranen, die God ziet.
Hij wil je troosten
dicht bij Zijn hart.
kruip maar opschoot
vertel Hem je smart.
Hij huilt met je mee
Hij heeft ook verdriet
Hij droogt je tranen
God heeft je lief.
Zo heeft God het nooit bedoeld
Alleen Hij weet wat jij nu voelt.
(zie ook Gedichtenkaarten Overlijden)
GODS UITGESTREKTE ARM
Wilde snikken
vanuit je keel
tranen die stromen
het zijn er teveel.
Een God die meelijdt
dag aan dag
een God die wacht
en niets verwacht.
Een mensenkind
in een heel diep dal
Gods uitgestrekte arm
die haar helpen zal.
Strek je uit naar Hem
geef Hem maar die pijn
je hoeft niet alleen
Hij wil er voor je zijn.
Niet zo
Geboren worden doet leven
maar er ging iets mis
geen kreetjes en geluidjes
alleen maar droefenis.
Een stil en bleek gezichtje
zo gaaf, zo wonderschoon
maar zonder adem, zonder leven
zo vreemd, zo ongewoon.
Een vader met een kistje
een moeder vol verdriet
God geeft niet om te nemen
zo wilde Hij het niet.