web analytics
Archive for februari, 2013

WAT BETEKENT PASEN?

Wat zou Pasen toch betekenen
gaat het over kip of ei
over een paashaas of een kuiken
wat betekent Pasen voor jou en mij?

Het vertelt je van overwinning
van opstaan uit de dood
van een graf dat leeg is
van Jezus, Gods Zoon, oneindig groot.

Hij is aan het kruis gestorven
werd begraven in een graf
maar Hij is niet dood gebleven
Hij stond weer op, de 3e dag.

Hij droeg de straf voor alle mensen
en voor alle kinderen groot en klein
daarom stierf Hij aan het kruis
zodat wij gelukkig kunnen zijn.

Pasen is een feest van overwinning
over zonde, dood en pijn
niets kan jou meer van Jezus scheiden
je mag nu altijd bij Hem zijn.

WANDELEN MET JEZUS

Wandelen met Jezus
veilig aan Zijn Hand
zo maar met Hem praten
dat kan in ieder land.

Welke taal je ook spreekt
Jezus kan jou verstaan
Hij spreekt alle talen
al kom je uit China vandaan.

Je mag Hem ook altijd danken
voor alles wat Hij je geeft
eten, drinken en een thuis
of zo maar omdat je leeft.

En ben je soms heel erg verdrietig
en is alles alleen maar pijn
wees dan maar stil, je hoeft niets te zeggen
Jezus zal heel dicht bij je zijn.

OP WEG NAAR EMMAÜS

Het was avond geworden en er liepen twee mannen op de weg.
Zij kwamen uit Jeruzalem en gingen naar een klein dorpje dat Emmaüs heette.
Zij spraken heel druk met elkaar over alles was gebeurd was in Jeruzalem.
Over Jezus die gestorven was, over de vrouwen, die verteld hadden dat het graf leeg was en dat de engelen hadden gezegd dat Jezus leefde.
De mannen begrepen er helemaal niets meer van.

Toen kwam er iemand bij hen lopen en vroeg waarover ze zo druk aan het praten waren en waarom ze zo verdrietig waren.
Het was Jezus, maar dat zagen de mannen niet.
“Hebt u dan niet gehoord wat er allemaal is gebeurd in Jeruzalem?
Weet u dan niet van Jezus, die gekruisigd is en van al die vreselijke dingen die zijn gebeurd?
En nu zeggen de vrouwen dat Jezus is opgestaan, dat kan toch niet?
We begrijpen het niet.
Wij dachten dat Jezus koning zou worden en nu is hij al 3 dagen dood.”

Jezus keek hen vriendelijk aan en begon te spreken.
“Waarom geloven jullie niet wat de vrouwen hebben verteld?
Het is waar wat zei vertelden, Jezus is inderdaad opgestaan en Hij leeft.
Dit mòest allemaal gebeuren, alles is al voorspeld door de profeten.
Jezus wilde dit zèlf. Hij wilde dit lijden op zich nemen, Hij wilde alle mensen gelukkig maken en de straf voor hen dragen, zodat iedereen die in Hem gelooft bij God in de hemel kan komen.
Dààrom is dit allemaal gebeurd.

De mannen luisterden heel stil en toen begrepen ze het.
Ze wisten opeens zeker dat Jezus was opgestaan en leefde.
Hun verdriet veranderde in grote blijdschap en ze wilden nog wel heel lang met deze man praten.
Ze kwamen aan in het dorpje Emmaüs en Jezus wilde verder gaan.
“Nee, ga niet weg, blijf hier,” vroegen ze hem, “het is al avond en donker. Wilt u bij ons blijven slapen?”
Jezus bleef bij hen en ging met hen aan tafel zitten om te eten.
Hij nam het brood, brak het en zegende het.
En toen….opeens…. herkenden de mannen Hem, ze zagen dat het Jezus was.
Ze strekten hun handen naar hem uit en wilden hem aanraken. “Jezus!”
Maar ineens was Jezus verdwenen.

Nu waren de mannen niet verdrietig meer. Ze waren zo blij, dit wilden ze aan de vrienden van Jezus gaan vertellen. Jezus leeft, Hij is niet dood.
En ze gingen weer op weg, terug naar Jeruzalem en kwamen bij het huis aan waar de vrienden verbleven. De deuren en ramen waren hermetisch gesloten, omdat ze bang waren voor de priesters.
De mannen klopten aan de deur en riepen luid :”Jezus leeft!”
De deur werd snel open gedaan en ze hoorden al vrolijke stemmen zeggen: “Jezus is opgewekt, Hij leeft!”
Want ook Petrus had Jezus gezien en zij vertelden elkaar alles wat er gebeurd was.

En terwijl ze zo druk aan het praten waren stond daar opeens iemand in hun midden.
Ze schrokken, wie was dat, was dat Jezus?
Hoe was Hij dan binnen gekomen? De deuren en de ramen waren toch op slot?
“Jullie hoeven niet bang te zijn”, zei Jezus, “Ik ben het.”
Kijk maar naar mijn handen en mijn voeten.
Ze zagen de wonden van de spijkers en ze wisten en geloofden dat het Jezus was.
Hij vroeg om eten en ze gaven Hem een geroosterd stuk vis.
Ze mochten weer luisteren naar Zijn stem, oh wat waren ze blij en gelukkig.
Jezus legde hen nog eens uit dat dit alles wel mòest gebeuren, dat Hij de Redder, de Messias was van alle mensen en kinderen op de hele wereld.

Jezus is ook gestorven voor jou en Hij wil ook jou gelukkig maken.
Alleen Hij kan dat!

JOHANNES DE DOPER

Weet je nog wie Johannes was?
Hij was de zoon van Zacharias en Elisabeth, die oude mensen, die nog een kindje kregen toen ze al heel oud waren, weet je nog?
Nu was Johannes een man geworden. Het was 30 jaar geleden dat de engel Gabriël eerst bij Zacharias en later bij Maria kwam om te vertellen dat ze een zoon zouden krijgen. Johannes zou een hele mooie taak krijgen, maar hij moest nog wel leren hoe hij die taak moest vervullen. Daarom ging hij helemaal alleen naar de woestijn om in de stilte dicht bij God te zijn.
Johannes leefde daar van sprinkhanen en wilde honing. Hij droeg een jas van kameelhaar met een leren riem er om heen, meer had hij niet nodig. En daar in die woestijn leerde God Hem wat hij mocht gaan doen.
Johannes mocht aan de mensen bekend gaan maken dat de Zaligmaker gekomen was. Hij mocht de mensen gaan vertellen, dat deze Zaligmaker alle mensen zou redden van de zonden, van alle verkeerde dingen, die ze hadden gedaan.
Dat wilde Johannes graag doen, want zijn vader had hem al verteld dat hij een bijzondere taak zou krijgen van God.

Nu mocht Hij gaan vertellen dat de Koning kwam. Geen aardse koning met een paleis, maar een Hemelse Koning. Geen vechtkoning, maar een Koning van vrede. Zijn Koninkrijk zou in de Hemel zijn en iedereen die van deze Koning hield, zou in dat Koninkrijk mogen wonen.
Maar dan kon je geen verkeerde dingen meer doen, want bij deze Koning hoorde alleen maar Liefde en mooie en goede dingen.
Je kon daar alleen maar wonen als je spijt had van alle zonden, die je had gedaan en anders wilde gaan leven.

Deze blijde boodschap vertelde Johannes aan alle mensen die naar de Jordaan kwamen, want daar was hij heen gegaan. De Jordaan was een water waar veel mensen langs kwamen die naar Jeruzalem gingen. Zij luisterden naar Johannes en kregen heel veel spijt van alle verkeerde dingen die ze hadden gedaan. Ze wilden graag anders en beter gaan leven, zoals God het wilde.
Deze mensen werden door Johannes gedoopt. Ze gingen helemaal onder in het water van de Jordaan. Zoals hun lichaam schoon gewassen werd van het vuil, zo maakte God hun hart schoon van de zonden. Dat betekende deze doop. De meeste mensen wilden dat graag en zij lieten zich allemaal dopen.
Maar ook toen waren er mensen die maar net alsof deden en helemaal geen spijt hadden van hun zonden. Johannes werd boos op deze mensen en vertelden hen dat ze ècht anders moesten gaan leven en niet doen alsof.

Op een dag kwam Jezus naar Johannes toe bij de Jordaan. Ook Hij was een volwassen man geworden, maar bijna niemand wist nog wie Hij was.
Jezus wilde zich laten dopen door Johannes, maar Johannes schrok daar van. “Nee, niet ik moet Ú dopen, maar U moet míj dopen”, zei Johannes.
Jezus was zonder zonden, Hij had nog nooit iets verkeerds gedaan. En tóch wilde hij zich laten dopen. Hij wilde net als alle mensen zijn en Hij zei tegen Johannes dat hij Hem móest dopen.

Johannes en Jezus gingen de Jordaan in en het water spoelde over Jezus heen.
Toen Hij weer omhoog kwam uit het water gebeurde er iets heel moois. De Hemel opende zich en een stralend licht scheen op Jezus.
De Heilige Geest daalde op Hem neer, als een lichte witte duif. Dat was God zelf en Zijn stem sprak de volgende woorden: “Dit is Mijn Zoon, waar ik veel van houd, in Hem vind ik blijdschap”.
Toen wist Johannes het heel zeker. Dìt was de Zaligmaker, dit was de Koning, dit was de Redder van alle mensen, dit was Jezus Gods eigen Zoon. Hij was gekomen om alle mensen gelukkig te maken.
En Jezus ging weer weg, de woestijn in om dicht bij God te zijn en met Hem te praten.

Johannes wist dat zijn werk nu gauw voorbij zou zijn.
De Zaligmaker was nu gekomen. De mensen moesten nu naar Hèm gaan luisteren. Johannes had mogen vertellen, dat de Zaligmaker zòu komen en dat de mensen zich moesten bekeren.
Hij was maar een knecht van de Koning. Maar Jezus was zèlf de Koning van het Koninkrijk in de Hemel, nu moesten de mensen naar Hèm gaan luisteren.

Ook jij mag naar Jezus luisteren en van Hem leren.
Je mag lezen en leren uit de Bijbel over het leven van Jezus.
Je mag leren wie Hij was en hoe Hij leefde.
Je mag ontdekken hoe veel Hij van je houdt en dat jij ook bij Hem mag horen.
Jezus houdt van alle kinderen en van alle mensen, groot en klein op de hele wereld.

INTOCHT IN JERUZALEM

Jezus en zijn leerlingen waren op weg naar Jeruzalem. Er waren veel mensen bij hen die graag bij Jezus wilden zijn om naar Hem te luisteren. Nog een paar dagen, dan zou het feest zijn in Jeruzalem, Paasfeest. De Israëlieten dachten dan terug aan de tijd dat God hen bevrijd had uit het land Egypte.

De mensen zijn blij en vrolijk, ze zijn al in feeststemming. Ze hopen en verwachten dat Jezus hun koning wil worden en de Romeinen, die de baas spelen in hun land, zal verjagen.
Ze begrijpen nog steeds niet dat Jezus helemaal geen vechtkoning wil zijn, maar een vredekoning.
Jezus zal niet alleen koning worden over de Israëlieten, maar over de hele wereld.
Hij zal niet alleen de Romeinen verslaan, maar Hij zal al het kwaad dat in de wereld is overwinnen.
Jezus zal overwinnaar zijn over alles en iedereen.
Hij zal alle mensen gelukkig maken door te lijden en te sterven. Hij zal de straf dragen voor iedereen, zodat alle mensenkinderen weer heel dicht bij God kunnen komen en voor altijd bij Hem mogen zijn.
Maar dat begrepen de mensen nog steeds niet.
Jezus wist het wil en Hij wist ook dat Hij eerst nog veel zou moeten lijden voordat dit zou gebeuren. Daarom was Jezus niet zo blij en vrolijk, Hij was stil en verdrietig omdat al die mensen niet wilden of konden begrijpen, dat Hij alleen maar vrede wilde brengen tussen God de Vader en alle mensen.

Toen ze vlak bij de Olijfberg waren zei Jezus tegen zijn leerlingen: “Ga naar het dorpje, dat je daar ziet liggen. Je zult daar een vastgebonden veulen zien, een jonge ezel, waar nog nooit iemand op heeft gereden. Maak het dier los en breng het hier. Als er iemand aan je vraagt: “Waarom maken jullie dat veulen los en nemen jullie het mee?” Zeg dan dat de Heer het nodig heeft. Dan zal het goed zijn.

De leerlingen van Jezus gingen naar het dorp en alles gebeurde precies zoals Jezus het had gezegd.
Ze kwamen terug bij Jezus en deden hun jassen uit en legden ze over de ezel, zodat Jezus er op kon zitten en ze spreidden hun jassen uit over de grond, zodat de ezel er over kon lopen.
Ze begonnen te juichen en te roepen: “Hosanna, hosanna, de koning komt. Gezegend is Hij die komt in de naam van de Heer”. En steeds meer mensen sloten zich aan bij de juichende stoet mensen en zongen en jubelden het uit van blijdschap, omdat ze dachten dat Jezus nu wel koning zou worden over Jeruzalem.
Ze trokken palmtakken van de bomen en zwaaiden er vrolijk mee, het waren net vlaggen, die de koning begroeten.

Aan de kant van de weg stonden ook de farizeeën en schriftgeleerden, rijke, geleerde mensen, die helemaal niets van Jezus moesten hebben. Ze waren jaloers omdat de mensen zo veel van Jezus hielden en naar Hem wilden luisteren en graag bij Hem wilden zijn.
“Laat de mensen zwijgen”, roepen ze naar Jezus, “u bent helemaal geen koning”. Maar Jezus antwoordde, als de mensen zouden zwijgen, zouden de stenen het uitroepen”.
De mensen mochten wel roepen, dat Jezus hun koning was, want dat was Hij ook. Alleen een andere koning dan zij dachten, geen vechtkoning, maar een Vredekoning. Geen koning die op een vurig paard reed, maar nederig op een ezel. Geen koning met gewapende soldaten om hem heen.
Maar een koning van liefde, die de mensen wilde helpen en beter maken en hen vertelde dat God de Vader heel veel van hen hield.
De farizeeën en schriftgeleerden keken boos en bedachten een plan om Jezus gevangen te nemen.

Zo komt de vrolijk stoet in Jeruzalem aan en de mensen dringen om Jezus heen en verwachtten van Hem dat Hij zou zeggen: “Maak mij nu maar koning”. Maar Jezus stapt van de ezel af en gaat naar de tempel.
De mensen zijn teleurgesteld en begrijpen er niets van, dat Jezus geen koning wil worden zoals zij het hebben bedacht.

De plannen van God zijn zoveel mooier en beter dan wij zouden kunnen bedenken.
We begrijpen God lang niet altijd, maar we mogen zeker weten dat het goed is wat God doet. Hij kent je en Hij weet wat het beste voor je is, op Hem kun je vertrouwen, bij Hem ben je veilig.
Jezus heeft ons dat geleerd, blijf maar dicht bij Hem.

hetwoordelozeboek

HET WOORDELOZE BOEK

HET WOORDELOZE BOEK….heb jij daar wel eens van gehoord?
Een boek zonder woorden…..daar heb je toch niets aan?
Woorden hebben we nodig om elkaar iets te vertellen.
Maar weet je wat ons ook iets kan vertellen….?
Kleuren…..kleuren maken iets duidelijk zonder woorden.

Ik ga jullie vertellen van HET WOORDELOZE BOEK, dat enkel bestaat uit kleuren.
Weet je welke kleuren?
Goud, zwart, rood, wit en groen.
Er is vast wel een kleur bij die jij het mooiste vindt.
Goud misschien…of rood…of een van de andere kleuren?
Nu zal ik je vertellen wat de betekenis is van deze kleuren in HET WOORDELOZE BOEK.

Je hebt misschien wel van de Bijbel gehoord.
Daarin kun je alles lezen over God de Vader en over Zijn Zoon Jezus Christus.
De Bijbel is een heel dik boek en het is fijn en goed om in de Bijbel te lezen.

Het Woordeloze boek vertelt in het kort wat eigenlijk de belangrijkste boodschap is uit de Bijbel, luister maar.

De kleur GOUD vertelt ons van de Hemel. Daar woont God de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus. Het is heel fijn om in de Hemel te mogen zijn en om dicht bij God te mogen leven. Daar gebeuren geen nare dingen, er zijn geen ziektes en niemand heeft er pijn.
Ook is er niemand die verdriet heeft en iedereen is altijd blij en heel gelukkig.
Jezus is nu in de Hemel om een plaats klaar te maken voor alle mensen en kinderen, die in Hem geloven.

De kleur ZWART wijst op onze zonden.
Iedereen heeft verkeerde dingen gedaan, dat noemen we zonden.
God is goed en Hij is Liefde en Licht en Vrede. Bij Hem is geen duisternis, of zonden, dat kan niet bestaan in Zijn aanwezigheid.
Dus als we graag bij Hem verder willen leven, nadat we zijn gestorven, dan kunnen onze zonden niet blijven bestaan.
Maar wie kan ons dan helpen om geen verkeerde dingen meer te doen?
Dat is Jezus.

De kleur ROOD wijst op het bloed van Jezus.
God wist wel dat het moeilijk voor ons was om voor het goede te kiezen.
Daarom heeft Hij Zijn Zoon Jezus naar de aarde gestuurd om de straf te dragen voor alle zonden van iedereen op de hele wereld.
Jezus is daar voor gestorven aan het kruis. Daarom zeggen we, het bloed van Jezus wast ons schoon.

De kleur WIT laat ons zien dat wij ook helemaal wit en schoongewassen kunnen worden, als we kiezen voor Jezus.
Het vertelt ons ook van de opstanding van Jezus. Hij is niet dood gebleven, Hij is na drie dagen opgestaan uit de dood. Zijn vrienden hebben hem gezien.
Daarna is Jezus weer naar de Hemel terug gegaan, Hij leeft.
Hij wil jouw Vriend zijn en altijd voor je zorgen en dicht bij je zijn en je helpen bij alle dingen, die je doet.

De kleur GROEN betekent, nieuw leven, groeien.
Als Jezus jouw Vriend mag zijn, als je tegen Hem zegt, dat Hij mag komen wonen in jouw hart, dan gaat Hij je helpen bij alles.
Hij helpt je om de juiste keuzes te maken, om niet voor het verkeerde te kiezen. Natuurlijk lukt dat lang niet altijd, maar je mag het wel leren en daarin groeien.
Dat kan door de Bijbel te lezen, de Kinderbijbel, door naar de kerk te gaan of de kinderclub.
Je mag altijd met Jezus praten, Hij hoort je altijd en luistert naar je. Praten met Jezus noemen we bidden.
Zo leer je Jezus steeds beter kennen en daar word je alleen maar blij en gelukkig van.
En als je toch verkeerde dingen doet en je hebt er spijt van, dan mag je dat vertellen aan Jezus.
Hij vergeeft dan jouw zonden, omdat hij daar zelf de straf voor heeft gedragen.

Deze blijde Boodschap noemen we het Evangelie en dat is bestemd voor alle mensen en kinderen op de hele wereld.
Jezus houdt van alle mensen en kinderen, ongeacht kleur of ras.
Wij mogen deze blijde Boodschap doorvertellen aan iedereen.
Het Woordeloze Boek kan je daar bij helpen en het is ook leuk om er zelf een te maken.

En als je Jezus nog niet kent, vraag dan maar of Hij in je hart wil komen wonen en je wilt helpen bij alles wat je doet.
Dan heb je een Vriend voor het leven.

DE ARK VAN NOACH

Adam en Eva kregen kinderen, Kaïn en Abel. Ook zij kregen weer kinderen en zo kwamen er steeds meer mensen op de aarde. God hield veel van Zijn kinderen, maar de mensen vergaten God. Ze leefden zoals zij zelf wilden en deden veel slechte dingen. Ze deden elkaar en God heel veel pijn. God zag dat wel en Hij kon het niet langer meer aanzien. Zo had Hij Zijn wereld niet bedoeld en God besloot om daar een eind aan te maken.

Er was één man, die wèl leefde zoals God het had bedoeld, dat was Noach. Noach en zijn zonen, Sem, Cham en Jafeth dienden God en leefden zoals God het graag wilde. God vertelde Noach dat hij een ark moest maken, een hele grote boot, waarin veel mensen en dieren zouden kunnen wonen. Hij vertelde precies hoe Noach de boot moest maken, met wel 3 verdiepingen en veel kamertjes voor de mensen en de dieren, die er in zouden wonen. De boot moest 300 el lang worden en wel 50 el breed. Aan de bovenkant moest hij 1 el open laten en de ingang moest hij aan de zijkant maken. 1 el is ongeveer 45 cm, dus dan kun je zelf wel uitrekenen hoe groot de ark ongeveer was. Noach en zijn zonen ging aan het werk iedere dag, van de vroege ochtend tot de late avond. Zij maakten de ark precies zoals God het had gezegd en smeerden alle naden dicht met pek, zodat het water er niet in kon komen. God had Noach verteld dat er een grote zonvloed zou komen over de aarde. Het zou héél lang regenen en alle wateren zouden buiten hun oevers treden, zodat heel de aarde bedekt zou worden met water. Alle mensen en dieren die niet in de ark waren, zouden verdrinken.

De mensen zagen wel dat Noach en zijn zonen een ark bouwden, maar ze moesten er om lachen en staken er de spot mee. Haha….wie gaat er nu een boot bouwen midden op het droge land. Hoe moet je die boot ooit in de zee krijgen? Maar Noach vertelde de mensen dat zij zich moesten bekeren, dat ze naar God moesten luisteren en kiezen voor het goede en geen slechte dingen meer moesten doen. Als je er spijt van hebt en vergeving vraagt aan God, dan mogen jullie ook in de ark komen. Maar ze lachten Noach uit en wilden helemaal niet naar hem luisteren.

Noach verzamelde een heleboel eten voor mens en dier en bracht dat in de ark, zoals God het hem had gezegd. Toen op een dag kwam daar een hele mooie, wonderlijke stoet dieren aan lopen, twee aan twee. Van ieder soort een mannetje en een vrouwtje. Zij kwamen in een hele, lange rij naar de ark toe en Noach bracht hen in de ark en wees ieder dier z’n eigen plaats aan, waar ze konden rusten en eten. Deze dieren had God gestuurd, zodat ook zij in leven konden blijven en niet zouden verdrinken.

Toen gingen ook Noach, zijn vrouw en zijn zonen met hun vrouwen, de ark in en God sloot de deur achter hen dicht. Na zeven dagen begon het te regen, steeds harder en harder, zó hard, als het nog nooit had geregend. Overal vandaan kwam het water opzetten en het water bedekte de aarde en steeg steeds hoger en hoger. Veertig dagen en nachten regende het, toen was er niets meer van de aarde te zien, alles was bedekt met water, zelfs de hoogste bergen. Maar midden op die grote onafzienbare watervlakte dobberde eenzaam de ark met Noach en zijn gezin en alle dieren, die God had gestuurd. Zij waren allemaal veilig in de ark en God zorgde voor hen.

Honderdvijftig dagen lang was de aarde met water bedekt. Noach en de zijnen leefden al die tijd in de ark. Ze zullen wel verlangd hebben naar de tijd dat ze weer uit de ark konden. Maar ze wachtten geduldig en vertrouwden op God. Toen begon het heel hard te waaien en het water begon heel langzaam te zakken. De donkere wolken verdwenen, het regende niet meer. Plotseling kreeg de ark een geweldige schok, hij was vastgelopen op een berg. Dat betekende dat het water steeds meer zakte en wegvloeide van de aarde.

Na veertig dagen liet Noach een raaf los en de raaf vloog weg en kwam niet meer terug. Een raaf is een sterke vogel, hij had dus eten gevonden en een plaats om te rusten. Na zeven dagen liet Noach een duif los. Een duif heeft zaad nodig om te eten. Ze vloog de hele dag rond maar kon geen eten vinden en kwam ’s avonds weer terug naar de veilige ark. Noach stak zijn hand uit het venster en bracht haar binnen. Na nog eens zeven dagen liet Noach weer een duif uit en zij kwam ’s avonds ook weer terug. Maar wat had zij in haar bekje..een olijfblad. Dat was een hoopvol teken. Er was weer jong groen leven te vinden op de aarde. Noach wachtte nog eens zeven dagen en weer liet hij de duif los. Toen kwam ze niet meer terug. Nu wist Noach dat het water zo ver was gezakt, dat de duif zaad kon vinden om van te eten en een plek om te rusten.

Toen zei God tegen Noach. Ga maar uit de ark met je vrouw, zonen en hun vrouwen en alle dieren, die zo lang in de ark hebben gewoond. En God opende de deur… Wat zal dat een blijde dag zijn geweest, toen de deur van de ark weer open ging en ze weer mochten lopen op de aarde en genieten van al het moois dat God eens had geschapen. Er bloeiden weer bloemen en er waren blaadjes aan de bomen. De dieren huppelden naar buiten en de vogels vlogen rond en begonnen te zingen tot eer van God.

Noach en zijn kinderen bouwden een altaar en brachten een offer voor God. Ze waren zo dankbaar en blij. God zag wel hoe dankbaar Noach was en hij beloofde Noach, dat er nooit meer zo’n grote zondvloed over de aarde zou komen, die alles wat leefde op de aarde zou verwoesten. Er zal altijd een tijd zijn om te zaaien en te oogsten, er zal koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht, daar zal nooit een einde aan komen. Het teken van dit verbond tussen jou en alle levende wezens op aarde, is een grote, mooie, kleurige regenboog, die ik uitspan tussen de wolken. Als Ik deze regenboog zie zal ik aan dit verbond, aan deze belofte, denken, sprak God tot Noach.

Nog steeds kunnen wij die regenboog zien als de regendruppels vallen en de zon met haar gouden stralen de druppels doet schitteren in prachtige kleuren.. Ook God ziet Zijn boog dan staan tussen de wolken en denkt aan wat Hij eens heeft beloofd.

De regenboog herinnert ons aan Gods belofte en aan Zijn Liefde voor ieder mensenkind. Hij vergeet ons niet, want Zijn belofte blijft altijd van kracht.

tongetjesvanvuur

TONGETJES VAN VUUR

Tongetjes, tongetjes
van vuur op je hoofd
ze verwarmen je van binnen
als je in Gods Zoon gelooft.

Ze maken je blij en doen je zingen
van een God die Liefde heeft
’t is God zelf bij jou van binnen
die je deze blijdschap geeft.

Door Hem ontstaat in jou een vuur
waar ieder zich aan warmen kan
de Heilige Geest wil jou leren
hoe je dit vuur verspreiden kan.

Niemand kan zich er aan branden
het verschroeit niet en ’t doet geen pijn
het vertelt je dat God altijd
met Zijn Liefde in jouw hart wil zijn.

Palmpasen

Posted by: Cobiin kidsKINDERGEDICHTEN, kidsPasen
18
feb

PALMPASEN

Hoera, hoera,
Koning Jezus komt er aan
laten we Hem begroeten
en helemaal vooraan gaan staan.

Geen koning op een vurig paard
of met een gouden kroon
maar een Koning op een ezel
heel rustig en gewoon.

Geen koning met een leger
die vecht, plundert of steelt
maar een Koning vol van Liefde
die rust en vrede geeft.

We mogen voor Hem juichen
en dansen in het rond
jubelen en zingen
Jezus, onze Koning komt.

Iedereen mag bij Hem horen
elk mens en ieder kind
jij bent Hem alles waard
je bent een Koningskind!

Ook voor mij

Posted by: Cobiin kidsKerst, kidsKINDERGEDICHTEN
18
feb

OOK VOOR MIJ

En we sluiten de gordijnen
en we zingen bij de boom
Halleluja, ere zij God
glorie voor Jezus, Gods eigen Zoon.

En de kaarsjes die gaan branden
en de lichtjes flonkeren zacht
net als toen Jezus werd geboren
in die stille donkere nacht.

Dank U lief klein kindje Jezus
dat U mens werd net als wij
zodat wij U mogen leren kennen
U kwam op aarde ook voor mij!